Geselecteerde filters
Filters wissenWoonplaats
Woonplaats
Projectfase
Koop of huur
Prijs
Huurprijs
Woonoppervlakte
Perceeloppervlakte
Nieuwbouw Someren
Someren (Brabants: Zummere) is de belangrijkste kern en zetel van het gemeentehuis in de Nederlandse gemeente Someren. Op 1 januari 2007 telde deze kern 11.190 inwoners.
Over de oorsprong van de naam Someren, in 1212 als 'Zummere' geschreven, bestaat geen eenduidige mening.
Er zijn geen projecten gevonden met je zoekopdracht. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe projecten in Someren
De eerste twee verklaringen zijn vermoedelijk als vorm van volksetymologie te karakteriseren: associatie met de bekende vorm met bij de toehoorder bekende woorden.
Het gebied waar nu Someren ligt was al bewoond in het laat-paleolithicum, het mesolithicum, en het neolithicum, vanaf ongeveer 10.000 v.Chr. Uit genoemde perioden zijn tal van voorwerpen aan het licht gekomen, zoals pijlspitsen, strijdbijlen en strijdhamers. Tussen 1990 en 1992 werd, bij de aanleg van de nieuwbouwwijk 'Waterdael', een groot urnenveld opgegraven op de Somerense Akkers, daterend van 600-400 v.Chr. Bijzonder was het vinden van zogenaamde 'langbedden', langwerpige grafheuvels van grote afmetingen, die tegenwoordig als 'langbedden van het type Someren' te boek staan. Vondsten van later datum zijn ijzertijdnederzettingen en het graf van een inheems Romeins soldaat, voorzien van enkele gereedschappen, voedsel en drank. Een aantal omtrekken van grafmonumenten werden in de bestrating van genoemde nieuwbouwwijk verwerkt.
Na de Romeinse tijd was er tijdenlang nauwelijks bewoning, maar vanaf de elfde eeuw vonden opnieuw ontginningen plaats en ontstonden er nederzettingen op de latere Somerense akkers. Na 1200 verplaatste deze gemeenschap zich naar het gebied waar men de huidige dorpskern vindt. De oude kerk bleef achter, en werd daar in de 19e eeuw afgebroken. De oudste schriftelijke vermelding van Someren stamt uit 1212, waar de naam voorkomt in een oorkonde van de abdij van Postel.
In 1301 verkreeg Someren gemeenterechten van hertog Jan II van Brabant. Bestuur en rechtspraak vonden daarnaast plaats via een schepenbank met zeven schepenen. De borgemeester, de kerkmeester en de armmeester regelden respectievelijk de financiële zaken, de kerkelijke zaken, en de armenzorg.
In een oorkonde uit 1327 worden de grenzen van Someren genoemd. De proost van Wassenberg, Arnold, verkocht toen ook het gebruiksrecht van de gronden van de Sint-Lambertuskerk te Luik aan de inwoners van Someren. Eindehouts, Hoenderboom, de molen van Hugten en de Aa.
Ontginningen werden voornamelijk uitgevoerd door de abdij van Postel, maar na 1648 kwam hieraan een einde. Pas in de 19e en de 20e eeuw vonden weer ontginningen op grote schaal plaats. Dit leidde tot het ontstaan van Someren-Eind in 1875 en van Someren-Heide in 1920. Van groot economisch belang was ook de opening van de Zuid-Willemsvaart in 1826. Dit heeft geleid tot industriële activiteit, waaronder de aanleg van bedrijventerreinen.
De gemeente Someren bezit 1.615 ha aan natuurgebieden en beplantingen, waaronder:
Daarnaast ligt een deel van de Strabrechtse Heide, waaronder het Beuven, in Someren.